In groep 6 leert  je kind:

  • Lezen: AVI-E6. Begrijpend lezen van instructieve en informatieve teksten. Tekstsoorten onderscheiden. Herkennen van voorbeelden, tegenstellingen, oorzaak-gevolg en middel-doelrelaties in teksten. Naslagwerken gebruiken als woordenboek, encyclopedie en internet
  • Stellen: een e-mail, brief, verhaal, gedicht, boekverslag. Met aandacht voor alinea’s, titels, kopjes (en goed gebruik van hoofdletters en leestekens (punt, komma, dubbele punt, puntkomma, aanhalingstekens, haakjes)
  • Spreken/luisteren: spreekbeurt houden, muurkrant of werkstuk maken
  • Spelling: Meervoud op ‘s; woorden met een c; woorden op -atie en -itie en -tie; tijdsaanduidingen met ‘s, hoofdletters bij landen, steden, inwoners; werkwoordspelling met -dt
  • Grammatica: persoonsvorm en onderwerp benoemen